- Dezecirculairebecommentarieert de invoering van het verlaagde btw-tarief van 6% op bepaalde bomen en planten die geleverd worden bij de aanleg en het onderhoud van tuinen.
I. Inleiding
II. Beoogde bomen en planten
A. RubriekVII, cijfer 13, vantabelA, van de bijlage bij het koninklijk besluit nr.20
B. RubriekVII, cijfer 14, vantabelA, van de bijlage bij het koninklijk besluit nr.20
Het betreft:
- a)
- levende sierbomen, -heesters, -struiken en andere levende sierplanten
Worden als levend beschouwd, de sierbomen, -heesters, -struiken en andere sierplanten die worden aangeboden met levende wortels, met andere woorden, die bestemd zijn om te worden overgeplant.
Als andere, levende sierplanten kunnen worden genoemd: de kamerplanten, njarige planten, vaste planten, waterplanten, gazon (gazonzoden, gazonrollen… maar niet de gazonzaadjes die immers beoogd worden door cijfer 3, van voornoemde rubriekVII). - b)
- bollen, knollen, wortels en ander plantgoed voor de sierteelt.
Behalve de bollen, knollen en wortels, worden tevens het andere plantgoed, zoals de levende wortels van planten, enten (enthout, entrijs …) en afleggers beoogd.
C. Niet beoogde goederen
III. Begrip tuin
A. Worden als tuinen aangemerkt voor de toepassing van de cijfers 13 en 14 van rubriekVII
1. Eerste categorie
Aangezien een tuin in principeaan een gebouw grenst(het begrip gebouw in de gebruikelijke betekenis van het woord, zoals een woning, een bedrijfsgebouw, een verblijfsinrichting) en hoofdzakelijk voor menselijk gebruik bestemd moet zijn, kunnen bijvoorbeeld beoogd zijn:
- de tuinen van privwoningen;
- de tuinen van verblijfsinrichtingen zoals, bijvoorbeeld, verblijfsinrichtingen voor bejaarden, serviceflats, psychiatrische verzorgingstehuizen, internaten …;
- de tuinen die horen bij bedrijfsgebouwen of overheidsgebouwen en die bestemd zijn voor het personeel, klanten en/of bezoekers (bijvoorbeeld de tuinen van een restaurant, van hotels, daktuinen van bedrijven …). Parkeerterreinen zijn daarentegen niet beoogd.
2. Tweede categorie
3. Derde categorie
B. Worden niet als tuinen in de zin van cijfers 13 en 14 van rubriekVII aangemerkt
Wordennietals tuinen aangemerkt en zijn dus niet beoogd door de tariefverlaging (niet limitatieve lijst):
- de aanleg van terreinen en van vegetatie voor inrichtingen bestemd voor sport (voetbalvelden, golfterreinen, terreinen voor atletiek …);
- de aanleg van vegetatie op de openbare weg (bijvoorbeeld: plantsoenen langs een straat of laan, bloemenbakken op de openbare weg, vegetatie aan een rotonde, groenstroken, bermen …). Openbare tuinen en parken zijn wel bedoeld (zie hierboven);
- vegetatie langs een parkeerterrein van een bedrijf of een rustplaats langs een auto(snel)weg;
- de weides of graslanden (deze zijn in principe bestemd voor het grazen van dieren) en akkervelden;
- de vegetatie langs landingsbanen van een luchthaven en langs de spoorwegen;
- de oevers van waterwegen.
IV. Situatie tot en met 31.03.2019
V. Situatie vanaf 01.04.2019
1. Eerste geval: de belastingplichtige beperkt zich tot het leveren van bomen en planten
2. Tweede geval: de belastingplichtige levert bomen en planten en plant ze in een roerend goed/ recipint
3. Derde geval: de belastingplichtige die de bomen en planten levert, incorporeert deze in een onroerend goed (bijvoorbeeld de grond) en verricht dus een werk in onroerende staat
Vanaf 01.04.2019, dient in dat geval de maatstaf van heffing van de dienst te worden gesplitst:
- het aandeel van de maatstaf van heffing dat betrekking heeft op de bij de dienst gebruikte bomen en planten is onderworpen aan het btw-tarief van 6%
- het overige aandeel van de maatstaf van heffing van de dienst (in dat aandeel zitten de arbeidsuren alsook eventuele gebruikte materialen zoals meststoffen, boomschors, potgrond, transportkosten, enzovoort) is onderworpen aan het btw-tarief van 21%.
4. Vierde geval: de belastingplichtige levert enerzijds bomen en planten die door hem geplant zullen worden en anderzijds planten die louter in potten of bloembakken geplant zullen worden
Aangezien de factuur de gegevens moet vermelden om de handeling te kunnen bepalen en het tarief van de belasting vast te stellen, zal het tuincentrum de twee handelingen afzonderlijk op de factuur moeten vermelden (artikel5, 1, 6, van het koninklijk besluit nr.1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde):
- een werk in onroerende staat voor de bomen en planten die door zijn personeel bij de klant in zijn tuin geplant worden (geval 3, hiervoor);
- een levering met plaatsing van de kleine sierplanten die in de bloembakken worden geplant (geval 2, hiervoor).
VI. Hoedanigheid van de dienstverrichter
VII. Hoedanigheid van de klant
VIII. Op welk tijdstip wordt het toepasbare btw-tarief bepaald?
A. In een B2B en B2C-relatie
B. In een B2G-relatie
IX. Werk in onroerende staat Verlegging van heffing
De maatstaf van heffing van de dienst zal evenwel moeten worden opgesplitst in:
- enerzijds het aandeel van de maatstaf van heffing dat betrekking heeft op de bij de dienst gebruikte bomen en planten;
- en anderzijds het overige aandeel van de maatstaf van heffing van de dienst (in dat overig aandeel zitten de arbeidsuren alsook eventuele gebruikte materialen zoals meststoffen, boomschors, potgrond …, transportkosten, enzovoort).
X. Divers
A. Verse snijbloemen en vers snijgroen
Zijn, indien vers, hier beoogd:
- de bloemen en bloemknoppen, al dan niet als ruiker;
- afgesneden takken of twijgen van bomen, heesters of struiken, die bloemen, bloesems of bloemknoppen dragen, zoals magnoliatakjes en takjes van bepaalde rozenvariteiten;
- snijgroen, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten;
- kerstbomen, zonder wortel, wanneer ze vers zijn, dit wil zeggen wanneer ze geen enkele behandeling met het oog op hun bewaring hebben ondergaan (zie ook beslissing nr.E.T.65.064 van 26.03.1996).
B. Samengestelde sierteeltproducten
1. Eerste situatie
2. Tweede situatie
Levende planten en/of bloemen die beoogd zijn in rubriekVII, cijfers 13 en 14, van tabelA, voornoemd, worden aangeboden als bloemenkrans, boeket of bloemstuk, tezamen met:
- bijkomstige, niet verse, elementen (zoals gedroogde bloemen, zijden bloemen, kunstbloemen, gekleurde takjes, blaadjes, lintjes …) en/of
- voorwerpen die strikt noodzakelijk zijn om de planten/bloemen te bewaren, te ondersteunen of vast te maken (steekschuim, piepschuim, waterhouder, en dergelijke).
3. Derde situatie
De levende bomen, planten en bloemen die beoogd zijn in rubriekVII, cijfers 13 en 14, van tabelA, voornoemd, worden aangeboden als een compositie, die een geheel vormt, omvattenden of meerderevan devolgende elementen:
- eenniet-gebruikelijke container(zie uitleg bij de eerste situatie, hiervoor) die in principe duurzaam door de koper kan worden gebruikt, bijvoorbeeld voor decoratieve doeleinden zoals een sierschaal of sierpot;
- voorwerpendie deel uitmaken van de compositie en er een onlosmakelijk geheel mee vormen maar die niet noodzakelijk zijn om de planten/bloemen te bewaren of te ondersteunen (bijvoorbeeld: kaarsen, knuffels, drank, theelichthouder, enzovoort) tenzij die voorwerpen van geringe waarde(1)zijn.
C. Werken die geen rechtstreeks verband houden met de bomen en planten
D. Verhuur van planten
E. Groendaken
XI. Inwerkingtreding






